100 Examples of sentences containing the common noun "vlees"

Definition

"Vlees" is a common noun in Dutch that translates to "meat" in English. It refers to the edible flesh of animals, typically used for food. It can also denote various types of meat products and is often categorized by the animal source (such as beef, pork, chicken, etc.).

Synonyms

• Vleeswaren (cold cuts)
• Vleesproducten (meat products)
• Vleesstuk (cut of meat)

Antonyms

• Groenten (vegetables)
• Fruit (fruit)
• Plantaardige producten (plant-based products)

Examples

1. Ik vlees elke zondag voor het gezin.
2. De chef vlees op de grill voor het diner.
3. Hij vlees altijd in de supermarkt.
4. We moeten meer vlees kopen voor de barbecue.
5. Zij vlees graag met wat kruiden.
6. Het restaurant vlees van lokale boerderijen.
7. Ze vlees de steak perfect.
8. Hij vlees naar zijn dieetplan.
9. Ik vlees nooit op vrijdag in de vastentijd.
10. De slager vlees met zorg.
11. We vlees een speciaal gerecht voor het feest.
12. De kinderen vlees in hun broodjes.
13. Hij vlees met een scherpe mes.
14. Ze vlees als een deel van haar maaltijd.
15. Hij vlees altijd op zijn pizza.
16. We vlees nooit zonder groenten.
17. De markt vlees vers en van hoge kwaliteit.
18. Hij vlees dat het belangrijk is om gezond te eten.
19. Ze vlees de biefstuk goed door.
20. De kok vlees met veel aandacht.
21. Ze vlees op zaterdag voor de week.
22. Hij vlees met een marinade voor extra smaak.
23. We vlees vaak voor de feestdagen.
24. De winkel vlees voor elke smaak.
25. Hij vlees altijd met een smaakvolle saus.
26. Zij vlees het gerecht met liefde.
27. We vlees de hamburgers zelf.
28. De dierenarts vlees voor de hond.
29. Hij vlees niet graag vet voedsel.
30. We vlees het vlees met groenten.
31. Ze vlees het recept met nieuwe ingrediënten.
32. Hij vlees de kip op een gezonde manier.
33. De boerderij vlees op een duurzame manier.
34. Ze vlees hun maaltijden met zorg.
35. Hij vlees de worst voor het ontbijt.
36. We vlees de rundvleesstoofpot.
37. De kinderen vlees met hun frietjes.
38. Hij vlees altijd op zijn verjaardag.
39. We vlees de barbecue aan voor het feest.
40. Het restaurant vlees een specialiteit van het huis.
41. Zij vlees met een variatie van smaken.
42. Hij vlees met een zelfgemaakte saus.
43. We vlees meestal van de slager.
44. De chef vlees op een unieke manier.
45. Hij vlees het vlees tot de juiste temperatuur.
46. We vlees de worstjes voor het kampvuur.
47. De markt vlees van verschillende soorten.
48. Hij vlees het gerecht met extra kruiden.
49. We vlees de maaltijd voor de gasten.
50. Ze vlees van de beste kwaliteit.
51. Hij vlees altijd goed door.
52. We vlees met een gezonde balans.
53. De slager vlees met passie.
54. Zij vlees op een duurzame manier.
55. Hij vlees in kleine porties.
56. We vlees het gerecht met trots.
57. De chef vlees met de hand snijden.
58. Hij vlees de schnitzel in de pan.
59. We vlees de steak met aandacht.
60. Ze vlees de worst met een speciaal recept.
61. Hij vlees geen vlees tijdens de vasten.
62. We vlees van de lokale boerderij.
63. De kinderen vlees met hun favoriete saus.
64. Hij vlees altijd vers.
65. We vlees de hamburger met extra toppings.
66. De markt vlees voor een eerlijke prijs.
67. Hij vlees met een goed plan.
68. We vlees de recepten met elkaar.
69. Zij vlees het vlees op de juiste manier.
70. Hij vlees nooit te veel tegelijk.
71. We vlees de gerechten voor het feest.
72. De slager vlees met veel kennis.
73. Zij vlees de steak perfect door.
74. Hij vlees altijd met een glimlach.
75. We vlees de kip met zorg.
76. De chef vlees de gerechten met passie.
77. Hij vlees in kleine stukjes.
78. We vlees de maaltijd eenvoudig.
79. Zij vlees met verse ingrediënten.
80. Hij vlees het vlees voor de soep.
81. We vlees op een gezonde manier.
82. De slager vlees met trots.
83. Zij vlees altijd met de beste kwaliteit.
84. Hij vlees het gerecht met enthousiasme.
85. We vlees de barbecue voor het weekend.
86. De kinderen vlees met hun favoriete saus.
87. Hij vlees de worst met liefde.
88. We vlees een speciale maaltijd voor de gelegenheid.
89. Zij vlees altijd met de beste ingrediënten.
90. Hij vlees het vlees op een creatieve manier.
91. We vlees het gerecht met plezier.
92. De slager vlees met veel ervaring.
93. Zij vlees de steak op de juiste manier.
94. Hij vlees met een goed recept.
95. We vlees de maaltijden voor het gezin.
96. De chef vlees altijd met passie.
97. Hij vlees het vlees voor de barbecue.
98. We vlees vers voor de beste smaak.
99. Zij vlees met de hand snijden.
100. Hij vlees altijd met zorg en aandacht.