100 Examples of sentences containing the common noun "vloer"

Definition

"Vloer" is a common noun in Dutch, meaning "floor" in English. It refers to the lower surface of a room, on which one can walk, or the material that makes up this surface. The term can also encompass various types of flooring materials and styles.

Synonyms

  • Vloerbedekking (floor covering)
  • Parket (parquet)
  • Tegel (tile)
  • Laminaat (laminate)
  • Betonnen vloer (concrete floor)

Antonyms

  • Plafond (ceiling)
  • Hemel (sky)

Examples

  1. Ik ga de vloeren schoonmaken in de woonkamer.
  2. De houten vloer in de slaapkamer kraakt.
  3. We hebben een nieuwe vloer laten leggen in de keuken.
  4. De vloer is glad na het dweilen.
  5. Ik heb een tapijt op de vloer gelegd.
  6. De vloeren waren bedekt met stof.
  7. De vloer was gemaakt van marmer.
  8. Kun je de vloer in de gang stofzuigen?
  9. Hij viel op de vloer en verstuikte zijn enkel.
  10. De vloer ziet er prachtig uit na de renovatie.
  11. Er ligt een mooi kleed op de vloer.
  12. De vloeren zijn van hoge kwaliteit.
  13. De kinderen spelen op de vloer.
  14. Ze hebben de vloer met een laklaag behandeld.
  15. De vloer in het theater is van hout.
  16. Ik heb mijn schoenen op de vloer laten staan.
  17. De vloer was koud voor mijn blote voeten.
  18. De vloer in het kantoor is van tapijt.
  19. We moeten de vloeren in de badkamer reinigen.
  20. De vloer was bezaaid met confetti na het feest.
  21. Hij veegde de vloer met een bezem.
  22. De vloer was glad door de regen.
  23. De architect heeft de vloeren mooi ontworpen.
  24. De vloer in de eetkamer is van tegels.
  25. Ze schilderde de vloer in een nieuwe kleur.
  26. De vloer trilde tijdens het concert.
  27. Ik heb een kras op de vloer gemaakt met mijn stoel.
  28. De vloeren in het museum zijn zeer goed onderhouden.
  29. Hij legde de boeken op de vloer.
  30. De vloer van het huis is niet gelijk.
  31. De vloer is bedekt met een mooi vloerkleed.
  32. De vloer is een belangrijk onderdeel van het interieur.
  33. De vloeren moeten regelmatig gepoetst worden.
  34. De vloer heeft een houten afwerking.
  35. We kijken naar de vloer in de winkel voor inspiratie.
  36. De vloer is perfect voor een dansvloer.
  37. De kat ligt vaak op de vloer te slapen.
  38. De nieuwe vloer is heel duurzaam.
  39. De vloer in het restaurant is van massief hout.
  40. Hij heeft de vloer met een speciale coating behandeld.
  41. De vloeren zijn ontworpen om geluid te dempen.
  42. Wat een mooie vloer heb je in de hal!
  43. De vloer is het eerste waar bezoekers op letten.
  44. We hebben de vloer geschuurd voor een gladde afwerking.
  45. De vloer kan de uitstraling van een kamer maken of breken.
  46. Ze hebben een antislip-vloer in de badkamer.
  47. De vloeren zijn gemaakt van gerecycled materiaal.
  48. Hij zat op de vloer te mediteren.
  49. De vloer was versierd voor de feestdagen.
  50. De vloer was nat door de lekkage.
  51. Ik zie een vlek op de vloer.
  52. De vloer is een ideale plek voor een tapijt.
  53. De vloer is makkelijk te onderhouden.
  54. De vloer is het fundament van de ruimte.
  55. Er ligt een speelgoedauto op de vloer.
  56. De vloer in de garage is beton.
  57. Wat voor soort vloer wil je in de woonkamer?
  58. De vloer is perfect voor een open haard.
  59. De vloer is bedekt met een laagje stof.
  60. Hij maakte de vloer schoon met een mop.
  61. De vloer kan een unieke uitstraling geven aan je huis.
  62. De vloer in de hal is van natuursteen.
  63. Hij legde de mat op de vloer.
  64. De vloer was versleten na jaren van gebruik.
  65. We hebben de vloer in de kinderkamer geverfd.
  66. De vloer heeft een speciale anti-sliplaag.
  67. Ze hebben de vloer opnieuw moeten leggen.
  68. De vloer voelt warm aan door de vloerverwarming.
  69. De vloer was zo schoon dat je je erin kon spiegelen.
  70. De vloer is perfect voor het plaatsen van meubels.
  71. De vloer is de basis voor het ontwerp van de kamer.
  72. De vloer in de woonkamer is van laminaat.
  73. Hij ten opzichte van de vloer is erg belangrijk bij het bouwen.
  74. De vloer is goed geïsoleerd.
  75. De vloer in de slaapkamer is bedekt met een zacht tapijt.
  76. De vloer is een van de belangrijkste elementen in een huis.
  77. De vloer geeft de ruimte een gevoel van samenhang.
  78. De vloer in het kantoor is van vinyl.
  79. Hij maakte de vloer schoon met een speciale reiniger.
  80. De vloer is een reflectie van de stijl van de eigenaar.
  81. De vloer was nat door de regen die binnenkwam.
  82. De vloer in de keuken is makkelijk te reinigen.
  83. De vloer is het eerste dat je ziet als je binnenkomt.
  84. De vloer is een belangrijke factor in de akoestiek van een ruimte.
  85. De vloer moet regelmatig worden gecontroleerd op schade.
  86. De vloer in de woonkamer is perfect voor een vloerkleed.
  87. De vloer is een belangrijke overweging bij het inrichten van een ruimte.
  88. De vloer biedt comfort en stijl in elk huis.
  89. De vloer is niet alleen functioneel, maar ook esthetisch.
  90. De vloer kan de sfeer van de kamer bepalen.
  91. De vloer is vaak het meest gebruikte oppervlak in een huis.
  92. De vloer moet stevig genoeg zijn om meubels te dragen.
  93. De vloer kan helpen bij het reguleren van de temperatuur in een ruimte.
  94. De vloer is een essentieel onderdeel van elke bouwproject.
  95. De vloer kan een belangrijke rol spelen in de veiligheid van een ruimte.
  96. De vloer in het huis is het canvas voor je decoratie.
  97. De vloer moet passen bij de rest van het interieur.
  98. De vloer in de hal is vaak de eerste indruk die je krijgt.
  99. De vloer kan de toegankelijkheid van een ruimte beïnvloeden.
  100. De vloer is een onmisbaar element in elk gebouw.